Persévérance

25.03 > 23.04.2006.

Godshuis, Sint-Laureins (BE) 

Tentoonstelling                Kunstenaars                Curator                  Locatie               Medewerkers & Partners

Tentoonstelling

Het idee voor een tentoonstelling entte zich op de spectaculaire transformatie van dit gigantisch 19de eeuws godshuis naar een 21ste eeuws horecacomplex. “Het sacrale karakter dat zich best manifesteert in de kapel verdwijnt in het nieuwe commerciële complex in wording. De voorgevel met de zijvleugels en de dwarsbeuk zijn sinds september open voor feesten, evenementen en seminaries, terwijl het vervallen achtergedeelte nog moet worden gerenoveerd. De restauratie trekt een lijn door het gebouw alsof het door de tijd in twee is gedeeld. De restauratie en de zichtbare cesuren openen nieuwe perspectieven op de fase tussen verleden en toekomst”.

Zelf afkomstig uit Sint-Laureins raakte Astrid zoals vele andere dorpsgenoten in de ban van het Godshuis. Als Lofting Group zich engageerde om het hospitaal te restaureerden, diende zich een kans om de helden– en cowboyverhalen van het Godshuis in een tentoontelling te vieren. De uitdagingen waren groot maar kunstnaars zagen mogelijkheden om grootschalig in situ werk te creëren voor dit reusachtige pand. Zo ontwikkelde de tentoonstelling geleidelijk van een evenwichtsoefening tot een hechte keuze van interpretaties en artistieke antwoorden.  De expo in het pand creëerde een interessant parcours vol contrasten langs de binnentuinen, de verschillende zalen en verdiepingen. De expo ontvouwde de de innerlijke dynamiek van het Godshuis van Sint-Laureins, in de volksmond soms het verdriet van Sint-Laureins.

 

Kunstenaars

Als uitgangspunt stonden ambitie en doorzettingsvermogen, het geloof in grote realisaties, de dromerijen en de fantasieën van de twee bouwheren centraal. Bij het zien van de bouwwerken en de breuk tussen oud en nieuw verlangden sommige kunstenaars naar verstilling en sacraliteit. Ze associeerden het Godshuis met een spirituele ervaring, met zuiverheid en sacraliteit. Anderen vonden de restauratie kitscherig. Die vaak tegenstrijdige reacties leidde tot uiteenlopende werken, idealiserend of vernietigend, parallel aan de controverse die terug te vinden is in de monumentenzorg waar reconstructie tegenover ruïne wordt geplaatst.

Franco Angeloni (*1967, IT), Ruangsak Anuwatwimon (*1977, TH), Guillaume Bijl (*1946, BE), Dirk Braeckman (*1958, BE), Geert Bisschop (1957, BE), Hugo Claus (*1929, BE),Yves Coussement (*1978, BE), Nick Ervinck (*1981, BE), Roland Jooris (*1936, BE), Tamuraj alias Valery Vermeulen (*1975, BE), Roger Raveel (*1921, BE), Renato Nicolodi (*1980, BE), Ignace Van Ingelgom (*1954, BE), Katleen Vermeir (*1973, BE), Kris Vleeschouwer (*1973, BE), Andy Wauman (*1975, BE)

Artistiek Team

Astrid David, curator; Leen Verstraete, teksten Persévérance; Nele Bogaert, Frank Geyssens, Willy De Buck.

 

Locatie

Godshuis
Leemweg 11
9980 Sint-Laureins

Het Godshuis bevindt zich in Sint-Laureins, een plattelandsdorp op de grens met Zeeuws-Vlaanderen (NL). In een gebied van 7000 ha leeft een kleine gemeenschap van 7000 inwoners. Het landschap kenmerkt zich hier door haar uitgestrekte polders en kreken, restanten van de zee. In het centrum rijst tot ieders verbazing een hospitaal op van 75 meter lang en 56 meter breed (0,42 ha). Als tehuis en school voor wezen, zieken en bejaarden maar vooral door haar grootschaligheid bekleedt het Godshuis een bijzondere plaats. Tot op vandaag getuigen dorpelingen dat ze er tijdens de gevechten in WO II (Operatie Switchback) aan het Leopoldkanaal, schuilden in de versterkte kelders. Het Godshuis, in de volksmond het klooster heeft muren van 1 meter breed. Verder is het Godshuis verankerd in het geheugen omdat ze generaties heeft geconfronteerd met bijzonder erfgoed.

“Expo Persévérance reflecteert via actuele kunst op de spectaculaire overgang die het Godshuis doormaakt: van godshuis tot feestzaal, van sacrale naar commerciële plek. Om een beeld te krijgen van het Godshuis wordt hieronder in grote lijnen de ontstaansgeschiedenis geschetst. Het onderzoek naar die geschiedenis maar ook naar de latere ingebruikname gebeurde op basis van mondelinge en geschreven getuigenissen. Er bestaan vreemd genoeg geen historische werken over het Godshuis. Het schoonste en grootste liefdadigheidsgesticht onder de dorpen van Vlaanderen. De fragmenten maken dus deel uit van de bronnen om een reconstructie te maken en de complexiteit van het hele gebeuren te beschrijven”.

BOUWGESCHIEDENIS

Het Godshuis is een uniek voorbeeld van de combinatie van Vlaamse soberheid en Italiaanse proportie. De architect, Justin Bruyenne uit Doornik (1811-1896) werkte met het naslagwerk van Viollet Le Duc en slaagde erin om de principes van Brunelleschi met lokale materialen te verzoenen. Aan de hoofdingang is een imposante vooruitspringende gevelpartij gerealiseerd met een driehoekig fronton. De muren zijn geritmeerd door vlakke pilasters, boogvelden en nissen. Een dubbele trappenpartij die langs alle zijden terugkomt en een toegangspoort leiden naar binnen. Italiaans zijn de twee binnentuinen met rondgaande galerijen. Vlaams het dak met Boomse pannen, de Scheldesteen, de Mechelse kalksteen en de versieringen in Doornikse hardsteen. Een ingewerkt wenteltrapje in de noordoosthoek aan de binnentuinzijde verzekert de inwendige circulatie van de kelder tot de zolder. Meest indrukwekkend is de koepel naar het model van de koepel van de Sancta Maria in Firenze en de lichtlantaarn. Zij symboliseren het eeuwige leven in de hemel.

ONTSTAANSGESCHIEDENIS

Godshuizen schoten in het jonge België als paddenstoelen uit de grond. Na de onafhankelijkheid van België werden armen – en ziekenzorg een staatszaak, maar de praktijk was bedroevend door een gebrek aan lekenpersoneel en financiële middelen. De bouw van het Godshuis vond hier zijn oorsprong, te midden van het religieuze réveil (1816-1860) in het jonge België.

De vader van juffrouw Antonia Vandamme (1797-1879) had tijdens de Franse Revolutie zijn fortuin vergaard door de aankoop van geconfisqueerde kerkelijke en kloosterlijke goederen. Uit devotie en om haar zielenheil te verdienen stelde Antonia haar erfenis te beschikking aan kanunnik Andries (1796-1888). Hij was een priester die in Middelburg (O.VL.) was ontslagen na de onafhankelijkheid van België en als lid van het Nationaal Congres bleef verdedigen dat Sluis, Oostburg, Ijzendijke, Axel en Hulst bij België hoorden. Zijn grootste zorg was de begrenzing tussen Holland en de nieuwe staat België. De woede van de Hollanders was zo groot dat ze dreigden hem te ontvoeren. Ook voor de bouw van het Godshuis in hetzelfde grensgebied leverde hij 10 jaar strijd.

Samen met priester Van Den Berghe ijverde kanunnik Jozef Andries voor de toelating. De priesters voerden meerdere processen tegen de Commissie der Burgerlijke Godshuizen die de bouwplannen tegenhielden, maar vanuit katholieke hoek waren er medestanders omdat mensen te voet of met de kar naar Brugge of naar Gent moesten voor ziekenzorg (bij aankomst waren velen al dood). De doorbraak kwam er toen in het Sint-Jans hospitaal in Brugge een akte werd gevonden uit de 13de eeuw waarin stond geschreven dat men in het ambacht Maldegem, Sint-Laureins en Adegem een hospice mocht stichten. Aansluitend startte men een grootscheepse onderneming. Het bouwmateriaal werd vanuit Mechelen en Boom tot in Balgerhoeke gebracht. Verder werd het met paard en kar, zelfs met kruiwagens naar Sint-Laureins getransporteerd. Twee paarden hadden moeite om zes tot zevenhonderd stenen te vervoeren, veertig stenen waren de zwaarste vracht voor de kloekste arbeiders en boeren die meehielpen aan het werk van Antonia Van Damme. De bouw was een gigantisch werk, voor één booggewelf waren 7000 stenen nodig.

INGEBRUIKNAME

Het Godshuis werd in 1849 ingewijd en vanaf dan geleid door 6 zusters van de Kindsheid Jesu onder leiding van zuster Ignatia Clement. Bejaarden, wezen, zieken en gehandicapten die niet in hun eigen onderhoud konden voorzien kregen in het klooster bijstand. De twee vleugels waren respectievelijk voor mannen (rechts) en vrouwen (links) voorbehouden. Rondom het Godshuis lagen zo’n 18 ha landerijen waarmee de zustergemeenschap zich door het runnen van een kleine boerderij van voedingsmiddelen voorzag. In de kapel werd de heilige Rufinus samen met een resem heiligen vereerd. Aan het Godshuis was een school en pensionaat verbonden.

Gestart als kleine gemeenschap groeide het hospice uit tot een plaats met circa 100 bedden. Het Godshuis bediende de regio’s van het Meetjesland en Zeeuws-Vlaanderen en groeide uit tot een trekpleister waar gebed, devotie en zorg centraal stonden. De capaciteit groeide zo snel dat Antonia Van Damme het Godshuis eind 19de eeuw (1863) overdroeg aan de Commissie voor Openbare Onderstand (COO) met garanties voor het levensonderhoud van de Zusters Kindsheid Jesu en het behoud van de werking.

Naast het Godshuis richtten ook kleinere gemeenten vanaf eind 19de eeuw hun zorghuizen op maar het duurde meer dan een eeuw vooraleer het hospitaal tekenen van verval begon te tonen. Vanaf de jaren ’80 was het Godshuis niet meer te onderhouden. De COO, later het OCMW kon de bewoners geen behoorlijke huisvesting meer geven. De grandeur van weleer was niet meer en het gebouw was op sterven na dood. 10 juli 1990 werd het definitief gesloten, de zusters vertrokken een jaar later, in 1991. Door een klasseringsbesluit werd het klooster van de afbraak gered. Ten slotte duurde de leegstand nog tot in 1999 Lofting Group het gebouw aankocht en de renovatiewerken startte. De integratie en de exploitatie van een hotel en eventruimte zijn een uitdagende opdracht. Doorzettingsvermogen en wilskracht zijn drijfveren om te slagen.

GERAADPLEEGDE LITERATUUR

DE POTTER, Geschiedenis van de gemeenten der Provincie Oost-Vlaanderen, reeks 2, II.

STROBBE, K en SUENENS, K., Zusters Kindsheid Jesu 1835-2010, KADOC en Zusters Kindsheid Jesu, 2010, 327 blz.

FOCKE, MP; Gesprek

VAN DEN BUNDERT, TH; Gesprek

VERHEECKE, P., Kan Europees geld Godshuis redden?, In Standaard, vrijdag 22 april 1994. Zie bijlage

In: Appeltjes van het Meetjesland.

In: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Assenede, Eeklo, Kaprijke, Maldegem en Sint-Laureins, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 21N, (onuitgegeven werdocumenten).

Medewerkers:

Bas Bogaerts (dossiers)
Robin Boone (Helix vzw)
Peter Catrie (tekst)
De familie David-Focke
Steven De Dapper
Christine De Ketelaere (vertegenwoordiger Franco Angeloni)
Björn Lemmens (‘t Cafe en Compagnie)
Jimmy Soetaert
Jan Van Woensel (curator)
Giel Vandecavey (advies)
Hans van Heirseele (advies)
Lode Vandemaele (opbouw)
Tom Verbrugge
Vic Ysebaert
Gastgezinnen (Standaard-Vandevoorde, Genbrugge) en vele andere vrijwilligers

Partners:

Provincie Oost-Vlaanderen
De provinciale commissie voor beeldende kunst
Gemeentebestuur Sint-Laureins
Rudy Leroy en team Godshuis met Björn Mervilde
Nele Bogaert en team COMEET met Veerle Van de Veire en Sylvia Matthys
Luc Vandevelde (GB Eeklo)
Drukkerij De Eecloonaar
De verenigde serviceclubs van het Meetjesland
TSAT
Plan B vzw (Jürgen De Wever, Tim Bottelberghe)
Bert Vanaken (vormgeving krant)
Adrem (krantje)

Fondsenwerving:

Frank Geyssens ontwikkelde samen met COMEET een kunst – en poëzieroute ter ere van de Meetjeslandse Taalminnaars. Dit vanuit de vaststelling dat de wieg van veel voorvechters van de Vlaamse taal in het Meetjesland blijkt te hebben gestaan. Kunstenaar Philippe Aguirre y Otegui realiseerde in opdracht van dit project het ‘Beeld voor Vlaanderen’. Ter gelegenheid van de opening van Persévérance werden drie nieuw ontwerpen voorgesteld van de kunstenaars Philippe Van Isacker, Maen Florin en Hans De Pelsmacker. Deze kunstenaars gingen op de opening in debat over kunst in het Meetjesland. Luc Tuymans was gastspreker. Kurt van Eeghem modereerde. Frank Geyssens zorgt voor de nodige fondsen.


DAVID vzw | Platform voor kunst en reflectie | Phoenixstraat 148,9000 Gent | tel : + 32 – (0)485.93.58.07 | info@david-vzw.be